RECENSIE ZING ZING IN DE GROENE AMSTERDAMMER
WARME MARMEREN SCHADUWEN
Pieter Gerbrandy (De Groene Amsterdammer)
Gaat het om een in elkaar schuiven van werkelijkheid en herinnering? Maar dat is al een verkeerde vraag, omdat ze conceptuele helderheid wil verkrijgen omtrent een ervaring die fundamenteel fluïde is, zonder vaag of gewild mysterieus te zijn. Heden en verleden zijn niet te scheiden, elke handeling herhaalt en is daarmee een vorige. Een vrouw gooit een laken over een tafel, en ‘in die beweging gooien vorige lakens zich mee’:
van oud zilver het brokaten laken, van kristalglas
het linnen, twee broze lichamen,
het hijgen van warme
marmeren schaduwen waarop we gaan liggen
om niet nog een nacht alleen te zijn.
Het tafellaken roept een bed op, het kristal twee breekbare lijven, die op hun beurt weer opgaan in schaduw en monumentale vloer. Lijken de verlangens hier nog onvervulbaar, later in het gedicht zal de vrouw, ‘alsof ze een tak afsnijdt en de bloemknoppen traag/ in het laken druppelen’, zich afgewend ontkleden en op haar rug gaan liggen. Haar jurk, zo stelt de man zich voor, zal glanzen op de plekken ‘waar ik je keer op keer niet aanraakte’. Maar de wijnglazen stromen schuimend vol. ‘Laat ons deze nacht, laat ons.’ Het is onmogelijk vast te stellen wat er precies gebeurt, maar de beelden zijn onvergetelijk.